“The underdog strikes again”: DD 5 – DSC 5 4-4Het scoreverloop was bizar deze avond. Eerste wonnen de laagste vier borden, waardoor wij met 4-0 voorstonden, een halfje was nog maar nodig. Vervolgens verloren de drie hoogste borden, 4-3 voor. Bloedstollend was de laatste partij.
Lopies - Van Gosliga
|
Nobel - Vosooghi
|
Peter was het langst bezig. De opening en het middenspel waren niet geheel naar wens verlopen; Twee pionnen achter en geen aanvalskansen, na ruil ontstond er een D+T tegen D+T eindspel met zes tegen vier pionnen, onversaagd verder spelend wist Peter twee pionnen terug te veroveren en de klok liep maar terug, en liep maar terug; er waren mogelijkheden voor eeuwig schaak of dameruil met een gelijkstaand pionneneindspel, een verkeerde keuze en zwart kon met een pion doorlopen. In zijn eigen woorden: “Mijn tegenstander speelde de Pirc-verdediging, maar door een slordigheidje van mij (heb ik vaker last van aan het begin van de avond) kwamen we via zetverwisseling terecht in de Siciliaanse draak, en dan in een slechte variant voor wit (ik dus). Ik kreeg een benauwde stelling, moest een pion geven en stukken ruilen om de spanning uit de stelling te halen, maar had wel een geïsoleerde vrijpion op de d-lijn op de 5e rij. Die was weliswaar kwetsbaar, maar als ik het slim speelde zouden we terecht komen in een dame-toren-eindspel waarbij mijn 2 pionnen achterstand gecompenseerd zou worden doordat ik zijn stelling op de 7e rij zou kunnen binnenvallen. Als dat zou lukken meende ik nog wel kansen te hebben. Inderdaad kwam die stelling op het bord. Ik veroverde dan ook 2 pionnen terug en de zwarte koning kwam zwaar op de tocht te staan. Er zat eeuwig schaak in de stelling maar ik speelde door op de winst, denkend dat ik moest winnen vanwege de teamstand. Achteraf bleek dat onnodig te zijn. Met nog luttele minuten op de klok werden de torens geruild. Het dame met 4 pionneneindspel leek potremise maar met nog 1 minuut bedenktijd maakte ik een inschattingsfoutje en ruilde de dames waar dat niet mocht. Toch verloren!” Eindstand (4-4) (zie slotstelling).
Ikzelf had een kort partijtje (zie partijtje).
Bij Ortwin ontstond vanuit een Jänisch-gambiet een ingewikkelde stelling met wederzijdse dreiging. Verder in de partij had Ortwin dame + toren tegen dame + vier pionnen. Een toren allen had het moeilijk gehad tegen de vier vrijpionnen, nu waren er teveel aanvalskansen en de tegenstander werd mat gezet (zie partijfragment hieronder).
In de partij van Tom kon hij op zet 9 een pion winnen. Daarna kon hij mijn voordeel steeds verder uitbouwen, veroverde een tweede pion. De tegenstander van Tom gooide wat stukken inde strijd tegen zijn koning, maar de aanval sloeg niet door/was kansloos (zie partij).
Mehdi had er een Grand Prix Aanval tegen aangegooid en een stuk, zonder directe aanvalskansen. Hij ploeterde verder, de zwarte stelling was niet een, twee, drie gewonnen. Zwart blunderde zijn stuk voor weg en het was over (
zie partij op DSC-site).
Jan-Kees kreeg vanuit een tweepaarden in de nahand opening een materieel gelijke stelling en een symmetrische pionnenstructuur, maar zijn twee lopers waren duidelijk minder actief dan die van zijn tegenstander. Een blunder maakte dat de partij meteen uit was.
Max werd ge-b-lijnd vanuit een geweigerd damegambiet (“Mijn partij was gewoon knudde”), wat pion na pion kostte, tot er echt te weinig over waren.
André stond twee pionnen voor, maar zijn koning in het midden en weinig speelruimte. Toen hij zich daaraan wat ontworsteld had, gaf hij een stuk weg (
zie partij op DSC-site).
Volgende wedstrijd is tegen een andere koploper, dus u begrijpt, wij zijn kansloos.
Frans Wentholt
2015-12-17 |
---|
| DD 5 | 1662 | - | DSC 5 | 1798 | 4 | | - | 4 | | |
---|
1 | J.C.K.W. Bartel | 1665 | - | G.J. Baas | 1863 | 0 | - | 1 | |
2 | A. Lopies | 1770 | - | J.S. van Gosliga | 1876 | 0 | - | 1 | |
3 | M. van Herpen | 1613 | - | A.A. Wiersma | 1846 | 0 | - | 1 | |
4 | P. Kievoet | 1718 | - | W.J. van den Broek | 1792 | 0 | - | 1 | |
5 | T. Vokurka | 1718 | - | R. Torenstra | 1779 | 1 | - | 0 | |
6 | M. Vosooghi Dizaji | 1476 | - | C. Nobel | 1728 | 1 | - | 0 | |
7 | H.O. Noija | 1712 | - | A.E. Kemeling | 1703 | 1 | - | 0 | |
8 | F. Wentholt | 1623 | - | R. Visser | | 1 | - | 0 |