Botwinnik 4 – DD 4: 3-5, een benauwde overwinningIn een mooie, ruime speelzaal in een mooi, ruim gebouw met een mooie, ruime kantine werd de wedstrijd tegen het onderaanstaande Botwinnik4 gespeeld. Niet onderschatten was het devies. Een goede gedachte, maar vermoedelijk is de geest sterker dan de ratio, als een idee al in geest is opgeslagen.
Gerrit was als eerste klaar, had ook moeite met de geest, maar vooral in de zin van in de war raken omdat hij niet zwart had zoals gehoopt of voorbereid, maar met wit aan de slag moest. Dit leidde tot een wel erg experimentele opening (e4, f4, c3, Dc2) waarbij de koning in het midden bleef en het klaarblijkelijk niet de bedoeling was om de damevleugel te ontwikkelen. Dat ging niet goed (1-0).
Ikzelf slaag er meestal wel in een partij goed op te zetten, positioneel en tactisch, enige last van het onderschatten van mijn eigen stelling, maar ik ben ook erg goed in staat om een gewonnen c.q. goede stelling in één zet weg te geven. Deze combinatie van eigenschappen leidde ertoe dat ik in mijn partij in een goede stelling en na goed uit de opening te zijn gekomen op een remiseaanbod van mijn tegenstander in ging, omdat ik de zet die zwart moest spelen wel zag, maar te riskant vond, ik had risicoloos verder kunnen spelen, maar het was wel laat geworden. (1½-½)
Hans speelde zijn karakteristieke spel. Uit een Spaanse opening naar actieve mogelijkheden zoeken en hij won vlot in de aanval. Hans kreeg licht openingsvoordeel en kon een pion winnen op e5, na afruil van het paard tegen de witveldige zwarte loper had wit controle over het centrum met dreiging naar de koningsvleugel, wist vervolgen de dame te veroveren tegen een toren en paard en hij won vlot in de mataanval. (1½-1½).
Ernst had ook een, naar het lijkt voor hem karakteristieke stelling opgebouwd (koningsfianchetto, wederzijds, symmetrische stelling) een breed gesloten pionnenfront met beide partijen lopers van verschillende kleur. Ernst kreeg geleidelijk het betere spel. Vervolgens kon er een zeer complexe tactisch manoeuvre uitgevoerd worden, die volgens Stockfish groot voordeel zou hebben gebracht, Na lang, in zijn woorden "belachelijk lang", nadenken durfde hij de complicaties toch niet aan. In plaats daarvan volgden achtereenvolgens wat passieve zetten, die de tegenstander de kans gaven op een offensief tegen de zwarte koning en zwart kwam lelijk onder druk te staan, Stockfish bleek echter minder somber. Het onderschatten van de eigen stelling leidt tot onnodig verdedigend spel. (Het overschatten van de eigen stelling leidt ongetwijfeld dan tot over-agressief spel). Na dameruil wist zwart door te breken op de damevleugel. Hij kreeg een vrijpion en nam met nog maar een paar minuten op de klok eigenlijk qua stelling ten onrechte een remiseaanbod aan. (2-2)
Casper kwam goed uit een Berlijnse muur, de dame bleven op het bord en hij had actief spel. Hij won vanwege een duidelijk materieel overwicht, na wat goede verdedigende zetten te hebben moeten vinden, ergens had zijn tegenstander een stuk geofferd voor aanval. (2-3)
Frans Engering speelde een goede partij. Hij kwam met duidelijk openingsvoordeel uit de opening en wist dat voordeel te behouden en te verzilveren in een ongelijk lopereindspel met een riante vrijpion en zwart ging ook aan zetdwang ten onder. (2-4)
Dat leek er goed uit te zien, maar de twee partijen die nog bezig waren boden weinig hoop. Frans van Kampen kreeg na een soort Konings-Indische opening (1.d4 Pf6 2.c4 g6 3. e3) initiatief en hij kwam in een voor hem karakteristieke gecompliceerde stelling terecht gekomen, die vele mogelijkheden bood, maar ook in de karakteristieke tijdnood, de geest is toch ook sterker dan goede voornemens. De tegenstander ruilde en paard en offerde een paard op f6, veroverde een toren en kwam met de dame binnenvallen. Terugofferen had mogelijk geholpen. Nu verloor Frans op tijd en stelling. (3-4)
Rein de Ruiter speelde de opening slordig, waardoor zijn tegenstander Lxf7+ kon spelen, wat in ieder geval een pion opleverde. De tegenstander had de hele partij het beste van het spel. Het dubbele toreneindspel stond duidelijk beter, pion voor, betere pionnenstructuur, actieve tegen passieve torens, bezit van de e-lijn. Daarna in de woorden van Rein "shit happens", zijn tegenstander vergat de klok in te drukken en Rein liet rustig, stoïcijns, op het oog in diep gepeins verzonken, de tijd uitlopen, de geest is ook sterk. (3-5)
Frans Wentholt
2019-01-10 |
---|
| Botwinnik 4 | 1319 | - | DD 4 | 1564 | 3 | | - | 5 | | |
---|
1 | A. Doeves | 1442 | - | F. Engering | 1633 | 0 | - | 1 | |
2 | T. Witjens | 1382 | - | E.W. Roscam Abbing | | ½ | - | ½ | |
3 | E. Caspers | 1189 | - | J.C.J. Smallenbroek | 1600 | 0 | - | 1 | |
4 | F. Battes | 1315 | - | F.F. van Kampen | 1558 | 1 | - | 0 | |
5 | Y.M. Keuzenkamp | 1241 | - | C. Sterk | 1538 | 0 | - | 1 | |
6 | H. Bijster | 1343 | - | F. Wentholt | 1574 | ½ | - | ½ | |
7 | J.F.H. Lipka | | - | G. Horst | 1608 | 1 | - | 0 | |
8 | L.H. van der Holst | | - | R. de Ruiter | 1435 | 0 | - | 1 | |